Zo leren kleuters over maten, inhoud en gewicht
Jacqueline Wouda | 30 september 2017Voor kleuters valt er spelenderwijs al heel veel te leren over inhoudsmaten en gewicht. In de speeltuin, in de zandbak en met leuke spelletjes in en om het huis. De tips in dit artikel helpen je om leuke en leerzame spelletjes en activiteiten te verzinnen.
Kinderen doen hun eerste ervaringen met maten en gewicht op door dingen met elkaar te vergelijken. Ze pakken in beide hand een stuk speelgoed vast en zeggen dat het ene zwaarder is dan het andere. Of ze concluderen dat in het ene glas meer limonade zit dan in het andere.Na een tijdje kunnen ze dit soort vergelijkingen ook meer dan twee objecten te maken. Een leuke manier om dit te oefenen is om tijdens de maaltijd aan je kind te vragen welk gezinslid het grootste stuk hartige taart op zijn bord heeft liggen. En wie het kleinste. En stel nou dat we het niet helemaal zeker weten, hoe komen we er dan achter? Pak de keukenweegschaal er maar bij en weeg de borden.
Een goed inzicht in dit soort alledaagse rekensituaties die met gewicht en inhoud te maken hebben, helpt je kind enorm als het straks in groep 5 begint met rekensommen met maten en gewicht.
Wat kun je thuis doen:
- Geef je kind plastic bakjes van verschillende formaten om mee te spelen in bad. Vraag je kind in te schatten hoeveel kleine bakjes water nodig zijn om dat het emmertje te vullen. En laat het je kind vervolgens zelf natellen.
- Stimuleer je kind om speelgoed en boeken zelf op te ruimen. Waarom past het speelgoed niet in de kist als je alles er lukraak ingooit en wel als je het netjes naast elkaar zet en opstapelt?
- Zet een zandbak in de tuin en geef je kind bakjes, lepels en emmertjes om mee te spelen. Lege boterkuipjes zijn hiervoor ook heel geschikt.
- Vergelijk hoeveel knikkers er in papa’s hand passen en hoeveel knikkers er in de hand van je kind en praat hier samen over.
- Speel het spelletje ‘wat is zwaarder?’ Geef je kind twee dingen, in elke hand één en vraag welke het zwaarst is. Hoe voel je dat eigenlijk? Laat je kind ook van tevoren raden: wat is zwaarder, de (grote) ballon of het (kleine) speelgoedautootje?
- Gooi objecten van verschillende grootte in een bak met water en kijk welke de grootste plons geeft. Praat met je kind over waarom sommige dingen een grote plons geven dan andere.
- Laat je kind zichzelf wegen op de personenweegschaal. Weeg ook andere gezinsleden, of huisdieren, en praat over de verschillen.
- Laat je kind helpen in de keuken en vraag je zoon of dochter in de supermarkt om het fruit af te wegen. Laat je kind zien dat op elke verpakking staat hoe zwaar iets is. Vergelijk samen eens het gewicht van de doos cornflakes met dat van één citroen.
- Ga met je kind wipwappen en bespreek waarom de wipwap op en neer gaat en waarom een volwassene en een kind niet goed samen kunnen wipwappen.
- Speel het spelletje ‘hoeveel stappen?’ Laat iedere speler inschatten hoeveel stappen hij of zij nodig heeft om naar iets toe te lopen en check of dit klopt.
1 reactie
ReageerGezellige tekst om te lezen en interessant om het hier met je kleinkinderen , tijdens het spelen , over te hebben. Spelenderwijs kunnen ze veel leren.
Reageer op Mariet Reijnders