0 Winkelmand
Inhoud winkelmand
Totaal: € 0,00
Bestel nog voor € 20,00 en profiteer van gratis verzending!
Bestellen

​Wat is beter, een kleine school of een grote school?

21 maart 2022
​Wat is beter, een kleine school of een grote school?

Wat is beter, een kleine school of een grote school? Ouders die een basisschool kiezen voor hun kind laten de schoolgrootte vaak meewegen. Want er zit veel verschil tussen grote en kleine scholen. Beide hebben voor- en nadelen en het is goed om je daarvan bewust te zijn bij de schoolkeuze. In dit artikel lees je er meer over.

 

Wanneer is een school een kleine school?

De grens tussen een grote school, een middelgrote school en een kleine school is tamelijk arbitrair. Meestal worden scholen (vestigingen) met meer dan 350 leerlingen groot genoemd. Scholen (vestigingen) met minder dan 90 leerlingen zijn klein.
 
 

Grote scholen presteren niet beter dan kleine, of andersom

Groot of klein, voor de kwaliteit van het onderwijs maakt het weinig uit. Er zijn de afgelopen jaren heel wat onderzoeken gedaan naar de onderwijskwaliteit van kleine scholen. Want kleine scholen staan onder druk. Het meest recente onderzoek werd in 2019 uitgevoerd door bureau Oberon, in opdracht van toenmalig minister van onderwijs Arie Slob. Ook dit onderzoek, weergegeven in het rapport Dorpsschool of leerfabriek?, concludeerde dat kleine scholen kwalitatief min of meer vergelijkbaar zijn met grote scholen.
 
Het grootste pijnpunt van kleine scholen zit in de kosten. Kleine scholen zijn namelijk erg duur. Niet voor de ouders – onderwijs is immers gratis – maar voor de overheid. De kosten per leerling zijn op kleine scholen tot wel drie keer zo hoog als gemiddeld.
 
Kleine scholen (in dit geval scholen met minder dan 150 leerlingen) krijgen een extra toeslag van de rijksoverheid. Maar vanwege de hoge kosten staat het voortbestaan van kleine scholen met enige regelmaat ter discussie in de politiek. Bovendien is een kleine school financieel kwestbaarder: als het leerligenaantal afneemt, dalen de opbrengsten (het geld dat een school ontvangt per leerling) sneller dan de kosten, waardoor tekorten ontstaan.
 
 

Knus en vertrouwd

Dat je voor een handjevol leerlingen geen school kunt openhouden, valt voor iedereen wel te begrijpen. Maar wat is er mis met een gezellige schooltje van pak 'm beet vijftig leerlingen? Voor kinderen is het toch juist heel fijn om naar een school te gaan waar massaliteit ver te zoeken is en iedereen elkaar kent?
 
Knus is het zeker en een veelgenoemd voordeel van een kleine school is dat het goed is voor de sociale ontwikkeling van kinderen. Doordat de kinderen, leerkrachten, ouders en het gebouw vertrouwd zijn, voelen kinderen zich emotioneel veilig. De leerkracht kent ieder kind en diens gezinssituatie en kan daardoor goed inspelen op de behoeften van de kinderen.
 
Bovendien is er op kleine scholen vaak een hogere ouderbetrokkenheid dan op grote scholen: je kunt makkelijk een leerkracht aanschieten en de school is een echte ontmoetingsplaats in een dorp (soms de laatste). Kleine scholen dragen dan ook bij aan de leefbaarheid van een dorp.
 
Maar nadelen zijn er ook. Er zijn bijvoorbeeld maar weinig leeftijdsgenootjes op de school. Wat als het nou net niet klikt met die paar leerlingen van jouw leeftijd? En hoe leuk is een eindmusical in groep 8 met slechts drie leerlingen? Daarnaast bereidt een kleine school je kind niet zo goed voor op de massaliteit van een middelbare school. Sommige leerlingen van kleine basisscholen hebben het daardoor in de brugklas zwaar, terwijl kinderen die van een grote school komen de overgang als veel minder groot ervaren.
 
 

Combinatiegroepen

Wisselen van groep, bijvoorbeeld naar een parallelgroep, zit er op kleine scholen niet in voor je kind. Als je kind geen goede band heeft met de leerkracht, ondervindt z/hij daar jarenlang hinder van. (En andersom: is die goed band er wel, dan profiteert je kind er jarenlang van.) Want kleine scholen hebben noodgedwongen vaak combinatiegroepen met twee, drie of zelfs vier leerjaren bij elkaar. Voor de leerkracht is dat een pittige opgave! 

Overigens zitten er ook heel positieve kanten aan een combinatiegroep. Niet voor niets kiezen onderwijsvormen als montessori, jenaplan en dalton er heel bewust voor leerlingen van verschillende leeftijden in één groep te plaatsen. Het leeftijdsverschil heeft vaak een positieve invloed op de (sociale) ontwikkeling van kinderen. Jongere kinderen leren van de oudere kinderen, de oudere kinderen leren veel van het helpen van jongere kinderen.
 
Bovendien leren kinderen in combinatiegroepen over het algemeen erg goed zelfstandig en geconcentreerd werken. De leerkracht geeft vaak les aan kleine groepjes binnen de klas. Daardoor krijgt je kind veel persoonlijke aandacht én het is makkelijker om aan te sluiten bij een hogere of juist een lagere niveaugroep.
 
 
 

Hogere werkdruk voor leerkrachten

De werkdruk voor het personeel is op kleine scholen een stuk hoger dan op grote scholen. Waar een andere leerkracht één les voorbereidt, moet een leerkracht van een combinatie er drie voorbereiden.  
 
Valt er een leerkracht uit door ziekte, dan is dat op een kleine school een extra groot probleem. Het is nog moeilijker om vervanging te vinden dan op andere scholen en het team kan minder makkelijk zelf een noodoplossing bieden. De onderwijsinspectie stelt dan ook dat de kleine school kwetsbaarder is. Veel extra taken moet ook nog eens verdeeld worden over een kleiner aantal leerkrachten.
 
Op grote scholen is meer geld voor ondersteunend personeel voor zorgleerlingen en lopen verschillende experts rond. Doordat op een kleine school het lerarenteam klein is, is er weinig ruimte voor specialisatie. Het personeel kan weinig kennis uitwisselen en nauwelijks rouleren. Elke leerkracht moet noodgedwongen een duizendpoot zijn. Voor sommige leerkrachten is dat heel onaantrekkelijk, maar leerkrachten die bewust kiezen voor een kleine school vinden dit juist vaak een heel leuk aspect van hun werkomgeving.
 
 
 

Bestaat de ideale schoolgrootte?

Zo langzamerhand begin je misschien af te vragen wat nou eigenlijk de ideale schoolgrootte is. Een kleine school, een grote school, of juist iets er tussenin? Bij welke schaalgrootte leveren kinderen de beste onderwijsprestaties? Waar voelen ouders en leerkrachten zich het beste thuis. Het eerder genoemde onderzoeksrapport Dorpsschool of leerfabriek? is er duidelijk over: één ideale schaalgrootte bestaat niet.  
 
 
 

Tips bij het kiezen van een basisschool

Het belangrijkste bij de keuze van een school, of die nou klein of groot is, is dat je er als ouders een goed gevoel bij hebt. Je moet het vertrouwen hebben dat de school jouw kind het onderwijs en de zorg kan bieden die nodig zijn. Het is verstandig om de schoolgrootte en de voor- en nadelen van een kleine of juist een grote school mee te wegen, maar het is slechts één van de dingen waar je naar kunt kijken.
 
In het artikel Hoe kies je een basisschool voor je kind? vind je een uitgebreide checklist en handige tips. Bedenk ook welk onderwijstype jou het meest aanspreekt. Door zoveel mogelijk aspecten mee te wegen, kom je tot een goede keuze.
 
 

Bronnen:

 
 

0 reacties

Reageer

Reageer op dit artikel

  • Maximaal 1000 tekens
Uw reactie is ontvangen. Deze zal op de site getoond worden nadat deze is goedgekeurd door de webmaster.
Het verwerken van uw reactie is mislukt, probeer het nogmaals.
betaalmethodes