Waarom is jouw kind geen goede lezer? Het leesproces ontleed
Jacqueline Wouda | 30 november 2021Heeft jouw kind leesproblemen? Dan is het handig om wat meer te weten over het complexe proces dat lezen is. Dat maakt het makkelijker om in te schatten en te begrijpen waar het precies misgaat en wat je als ouder kunt doen om te helpen.
Van de eerste klap- en rijmspelletjes in de kleutergroepen tot lastige begrijpend-lezentoetsen in groep 8: goed leren lezen loopt als een rode draad door de basisschool. Toch verlaten niet alle kinderen als goede lezers de basisschool. De leesvaardigheid van Nederlandse kinderen daalt al een aantal jaar. Voor een kwart van de 15-jarigen dreigt zelfs laaggeletterdheid.
Lezen is de sleutel tot leren en zelfstandig functioneren
Goed kunnen lezen is de sleutel tot goed kunnen leren op school en later tot zelfstandig functioneren in de samenleving. Daarbij gaat het natuurlijk niet alleen om het kunnen ontcijferen van die kriebeltjes op papier (technisch lezen), maar vooral om begrijpen wat je leest (begrijpend lezen). Als een kind niet begrijpt wat hij leest, beleeft het er weinig plezier aan en wordt zijn leervermogen ernstig belemmerd.“Voor veel kinderen gaat er een wereld open als ze begrijpend leren lezen”, schrijft Cito op zijn website. “Zelf kunnen analyseren wát een schrijver precies zegt, voor wie en met welk doel: dat zijn essentiële vaardigheden. En vormt een basis voor alle vakken, op het primair én voortgezet onderwijs en daarna.”
Lezen, hoe werkt dat eigenlijk?
Het leesproces is een ongelooflijk ingewikkeld proces, waar je actief mee bezig moet zijn. Je kunt de inhoud van een tekst niet uploaden naar je brein door alleen naar de letters op het papier of het scherm te kijken. Als lezer moet je op allerlei manieren flink aan de bak om er een succes van te maken.De lezer activeert allerlei kennis, is bezig met decoderen, woordherkenning, woordduiding en monitoring van begrip en zet cognitieve hulpbronnen als (werk)geheugen in. En dat voor jonge kinderen. Ga d’r maar aanstaan! Gaat het op één onderdeeltje niet goed, dan heeft dat gevolgen voor het tekstbegrip.
Grofweg valt het leesproces uiteen in drie onderdelen:
- Herkennen en identificeren van letters en woorden (technisch lezen);
- Begrijpen en interpreteren van de herkende informatie (begrijpend lezen);
- Aansturen van 1 en 2 (leesstrategieën)
1. Herkennen en identificeren van letters en woorden (technisch lezen)
Uiteraard begint dit met een belangrijke voorwaarde: je kind moet de figuurtjes op het papier of het scherm goed kunnen zien. Dat lijkt misschien een open deur, maar toch wordt hier niet altijd als eerste aan gedacht bij leesproblemen. Een oogtest door de orthoptist kan oogproblemen uitsluiten.Kinderen die net leren lezen beginnen met het herkennen van de vorm van een letter en koppelen die aan een klank. Natuurlijk is daarvoor in groep 1 en 2 al heel wat voorwerk gedaan, maar in groep 3 begint het pas echt. In het begin gaat het lezen letter voor letter (spellend lezen) en worden de afzonderlijke klanken omgezet in een gegroepeerde woordklank (hakken en plakken). Je kind herkent die woordklank en weet daarmee welk woord er net is gelezen.
Auditieve en visuele woordherkenning
Dit proces wordt auditieve woordherkenning genoemd. Het proces verloopt van schrift via klank naar betekenis. Het is dus een indirecte manier van herkennen. Daardoor gaat het lezen bij kinderen in groep 3 eerst nog heel traag.Wat kun je in deze fase thuis doen:
Samen oefenen met lezen
Leren lezen is een zaak van heel veel oefenen. Alleen op school bezig zijn met lezen, kan van je kind geen goede lezer maken. Daarom vragen alle groep 3-leerkrachten ouders om ook thuis dagelijks te oefenen. Blijf vooral veel voorlezen, lees speciale Samenleesboeken en speel gezellig samen leerspelletjes die speciaal ontwikkeld zijn voor beginnende lezertjes. Zo oefent je kind op een leuke manier met letter- en woordherkenning. Vergeet niet je kind veel complimentjes te geven. Daarvan groeit het zelfvertrouwen en zal je kind met (nog) meer plezier gaan lezen.
Aanbevolen producten om te oefenen met letters en klanken
Min of meer automatisch lezen
Het échte lezen begint pas als je kind niet meer de hele tijd letter voor letter bezig is met de tekst te decoderen. Deze fase heet ‘voortgezet technisch lezen’. Een belangrijk doel van voortgezet lezen is het direct herkennend lezen van woorden. Dit heet visuele woordherkenning. Zonder dat je kind eerst letters moet omzetten in klank, herkent het direct het woordbeeld, omdat dit al ergens ligt opgeslagen in zijn mentale woordenboek.Het voordeel daarvan is dat het lezen veel sneller gaat en na een tijdje zelfs min of meer automatisch. Wanneer je de woorden direct herkent, kun je je aandacht volledig richten op het verhaal.
Kinderen die moeite hebben met visuele woordherkenning, komen in de loop van groep 3 en zeker in groep 4 in de problemen. Ze blijven bijvoorbeeld lezen via auditieve woordherkenning, hakken en pakken (wat te traag gaat en veel inspanning kost). Of ze gaan radend lezen: op basis van de beginletter of de woordlengte gokken ze welk woord er staat (waardoor ze te veel woorden fout lezen).
Tijdnood in het werkgeheugen
Voor beginnende lezers is dit gissend lezen in enige mate normaal, maar in hogere groepen moet je kind vloeiend kunnen lezen. Als je steeds bezig bent met het ontcijferen van de tekst, kom je niet goed aan de inhoud toe.De gelezen woorden worden namelijk tijdelijk ‘vastgehouden’ in het werkgeheugen, om ze uiteindelijk te combineren tot een betekenisvol geheel. Maar daar zit wel een tijdsgrens aan. Kinderen die er heel lang over doen om de afzonderlijke woorden te ontcijferen, moeten de zin vaak nóg een keer lezen om te begrijpen wat er staat. Dat maakt lezen niet alleen moeilijk, maar ook een stuk minder leuk.
Wat kun je in deze fase thuis doen:
Lezen, lezen, lezen... en kies ook eens een spelletje
Bij onbekende woorden, of woorden die je kind nog niet zo vaak in geschreven vorm heeft gezien, lukt het natuurlijk niet om woorden aan het woordbeeld te herkennen.Vandaar dat het zo belangrijk is dat kinderen veel lezen: hoe meer je leest, hoe meer woorden je (in geschreven vorm) tegenkomt en hoe meer woordbeelden je toevoegt aan je mentale woordenboek. Hoe meer oefening, hoe voorspelbaarder letterreeksen worden. Die voorspelbaarheid helpt bij het snel herkennen van bekende woorden, maar ook bij het lezen van onbekende woorden.
Bij kinderen die moeite hebben met de overgang van teksten decoderen naar vloeiend lezen kan het lastig zijn om ze aan het lezen te krijgen. Als lezen zo’n worsteling is, is er immers niks aan. Probeer je kind dan eens aan het het lezen te krijgen met boekjes met een hoge funfactor, zoals stripboeken.
Ook leuk zijn de educatieve spellen van Zwijsen rond Dolfje Weerwolfje en De Gorgels. Deze zijn speciaal ontwikkeld voor groep 4 en hoger. Ze zijn leuk voor elk kind, maar ook bijzonder geschikt voor kinderen die nog moeite hebben met vloeiend lezen.
Met deze producten is oefenen met lezen is fun
2. Begrijpen en interpreteren van de herkende informatie (begrijpend lezen)
Al kan je kind nog zo goed technisch lezen, zonder een rijke woordenschat en kennis van de wereld blijft een tekst vaak abracadabra. Veel leerkrachten herkennen het fenomeen: kinderen die in de lagere groepen nog goed meekomen met lezen, vallen in de hogere groepen uit doordat ze niet meer begrijpen wat ze lezen. De Amerikaanse leesonderzoeker Jeanne Call noemt dit de ‘fourth grade slump’, in het Nederlands wel vertaald als de ‘leesdip in groep 6’.Goed kunnen lezen gaat veel verder dan het snel herkennen van woorden (en daarna construeren van de zinnen). Na het technisch lezen volgt het begrijpen van wat je leest. Wat is de betekenis van de zinnen? Hoe hangen zinnen en alinea’s samen? Welke boodschap wil de schrijver overbrengen?
Om een tekst volledig te begrijpen, moeten kinderen veel dingen kunnen, zoals
- weten wat de gelezen woorden betekenen;
- de betekenis van wat ze lezen kunnen visualiseren;
- verbanden leggen tussen wat ze lezen en wat ze al weten;
- nieuwe informatie snel kunnen opnemen;
- nadenken over wat ze gelezen hebben, zodat ze conclusies kunnen trekken over de bedoelde betekenis en hun eigen mening kunnen vormen.
Woordenschat en kennis van de wereld
Een belangrijke factor die het tekstbegrip beïnvloedt, is wat een kind al weet. Om een tekst goed te begrijpen, heeft je kind allerlei informatie nodig. Allereerst moet je natuurlijk weten wat de gelezen woorden betekenen. Een goede woordenschat is dus ook hier weer essentieel. Maar dat is niet het enige. Je moet ook enige voorkennis hebben van het onderwerp en over voldoende algemene kennis beschikken.Neem bijvoorbeeld deze zinnen:
‘s Avonds begon het te dooien. De volgende ochtend was de sneeuwpop weg.
Een goede lezer begrijpt dat de tweede zin het gevolg is van de eerste zin. Maar dat staat nergens expliciet in de tekst: je moet het zelf invullen met behulp van je eigen kennis. Je moet weten wat het woord ‘dooien’ betekent en dat sneeuw smelt als het dooit. Als je dat niet weet, is het verband tussen de twee zinnen onduidelijk. Bovendien moet je voldoende taalkennis en leeservaring hebben om te weten dát je zulke gaten in de tekst kunt en moet invullen.
Helemaal lastig wordt het natuurlijk als je nog nooit een sneeuwpop hebt gezien, bijvoorbeeld omdat je vanuit een warm land net naar Nederland bent verhuisd. Dan heb je waarschijnlijk echt geen flauw idee wat hier staat, zelfs al geeft het technisch lezen van de zinnen geen problemen.
Ook bij de volgende zin heb je allerlei voorkennis nodig:
Zij kwam gisteren pas om acht uur aan.
Je moet voldoende leeservaring hebben om te weten dat ‘zij’ een verwijswoord is en dat je uit de context kunt halen over wie het gaat. ‘Gisteren’ begrijp je alleen als je weet dat je dit binnen de context van de tekst moet interpreteren. In de meeste teksten zal ‘gisteren’ namelijk niet verwijzen naar de dag voordat de lezer dit leest. ‘Acht uur’, ’s ochtends of ’s avonds? En waarom is dat laat (‘pas’)?
Waarom groep 6 een kantelpunt is bij lezen
In groep 3 en 4 heeft je kind bij het lezen nog niet zo veel last van een kleine woordenschat. Het leren lezen draait om (voortgezet) technisch lezen. De teksten bevatten nog voornamelijk alledaagse woorden, die kinderen kennen uit de spreektaal. Vanaf groep 5 wordt het leesbegrip steeds belangrijker, met ingewikkelder teksten en meer abstracte woorden.Kinderen met een te kleine woordenschat beginnen in groep 6 een achterstand op te lopen bij de gemiddelde leerling. Waar ze eerst de betekenis van de tekst nog wel een beetje konden raden met hulp van de context, lukt dit nu niet meer. Ze raken steeds verder achterop, tot wel twee jaar achterstand in de brugklas.
Lezen is als een Ikea-kast
Bij het lezen moet je kind op allerlei manieren samenhang aanbrengen tussen woorden, zinnen, alinea’s en de werkelijkheid. Dat vereist voldoende taalkennis, leeservaring en voldoende algemene ontwikkeling.Leesexperts beschrijven lezen dan ook wel eens als soort Ikea-bouwpakket. De meubelontwerper (schrijver) heeft het meubel (de tekst) ontworpen en levert de onderdelen aan, maar je moet het zelf in elkaar zetten. En daarvoor heb je aanzienlijk meer nodig dat het welbekende imbussleuteltje: taalkundige kennis, een ruime woordenschat en voldoende kennis van de wereld.
Wat kun je in deze fase thuis doen (1):
Stimuleer de algemene ontwikkeling
Goed leren lezen is kennis creëren. De betekenis die je kind uit de tekst haalt is een wisselwerking tussen informatie uit de tekst en kennis van je kind. Je helpt je kind door te bouwen aan een goede algemene ontwikkeling.Lees voor. Kijk samen naar informatieve televisieprogramma’s als het Klokhuis, Freek in het Wild, het Jeugdjournaal en Nieuws uit de Natuur. Praat er samen over na. Bezoek musea, lees informatieve kinderboeken. Vertel wat je zelf bezighoudt in je werk en in de omgang met anderen. Leg uit welke keuzes je maakt en waarom.
Natuurlijk hoef je het leed van de wereld niet op de schouders van je kind te laden, maar veel actuele onderwerpen kun je heel goed op een toegankelijke manier met je kind bespreken. De meeste kinderen zijn hier op deze leeftijd ook erg in geïnteresseerd. Zo bouwt je kind veel algemene kennis en een goede woordenschat op.
Geselecteerde producten om de algemene kennis te verbreden
Wat kun je in deze fase thuis doen (2):
Werken aan de woordenschat
Als je kind meer algemene kennis krijgt, groeit de woordenschat vanzelf mee. Maar je kunt thuis ook actief bezig gaan met woordenschatactiviteiten. In deze blog lees je wat je thuis kunt doen om je kind op een speelse manier meer woorden te leren.Een van de beste manieren om de woordenschat te vergroten is veel leeskilometers maken. Kinderen die 15 minuten per dag te lezen , lezen zoveel woorden lezen (1 miljoen per jaar) dat ze uiteindelijk 1000 nieuwe woorden per jaar erbij leren!
Maar als lezen een worsteling is, valt het niet mee om je kind meer te laten lezen. Lees daarom deze blog van meester Sander en juf Sanne, waarin ze diverse tips (plus een gratis download) om van jouw kind een heus leesmonster te maken.
Bouwen aan een grote woordenschat
Leesstrategieën toepassen: bouwen aan de betekenis
Wat doe je als je in de folder van de Efteling of op de website de openingstijden wilt opzoeken? Dan begin je niet linksboven om woord voor woord alles te lezen, maar scan of scroll je snel naar het kopje ‘Openingstijden’.Het is zomaar een leesstrategie die je als ervaren lezer toepast. Je doet het automatisch en zonder er bij na te denken. Net zoals je de krant scant door de koppen te lezen, of even vluchtig door een tijdschrift bladert om te beslissen of het leuk genoeg is om te kopen.
Grip krijgen op de tekst
Leesstrategieën besturen de manier waarop je een tekst leest en de betekenis van de tekst doorgrondt. Goede lezers zetten leesstrategieën in om grip te krijgen op een tekst; voor, tijdens of na het lezen:Voor het lezen:
- Waarom ga ik deze tekst lezen? (doel)
- Ik voorspel op basis van het vluchtig doorkijken van de tekst (inhoud)
- Wat weet ik al? (voorkennis)
- Ik stel vragen over de tekst (vanuit het doel)
- Ik visualiseer de inhoud van de tekst (in mijn hoofd, in een schema, onderstrepen, aantekeningen maken, …)
- Wat doe ik als ik het niet meer snap? (herlezen, trager lezen, opzoeken, vragen, …)
- Ik vat samen (Heb ik mijn doel bereikt? Kan ik de verkregen informatie gebruiken?)
Leesstrategieën aanleren
Zwakke lezers passen uit zichzelf geen (of onvoldoende) leesstrategieën toe. Zij beginnen linksboven met lezen, lezen de hele tekst woord voor woord en zin voor zin door en proberen pas aan het eind chocolade te maken wat ze hebben gelezen.Bij begrijpend lezen op school wordt er heel veel aandacht besteed aan het aanleren van leesstrategieën. Om het voor kinderen overzichtelijk te houden, worden de belangrijkste leesstrategieën vaak voorgesteld als de 4 V:
- Voorkennis gebruiken
- Voorspellen
- Visualiseren
- Vragen bedenken
Op allerlei manier laat de leerkracht leesstrategieën terugkomen. Niet alleen bij het vak begrijpend lezen, maar bijvoorbeeld ook tijdens de aardrijkskundeles of bij Engels. Want leesstrategieën en begrijpend lezen zijn natuurlijk geen doel, maar een middel: als het je niet lukt om de betekenis uit een tekst te halen, heb je er niets aan. Dan begrijp je in het voortgezet onderwijs je huiswerk niet, of snap je later niet wat er in de brief van de gemeente staat.
Wat kun je in deze fase thuis doen:
Laat je kind de kunst afkijken
De beste manier om leesstrategieën te leren is, volgens kenners, door je kind de kunst te laten afkijken van een expert. De expert doet hardop voor hoe hij of zij leest en welke denksprocessen zich daarbij afspelen (modeling). Die rol van expert kun je als ouder heel goed op je nemen.Lees je kind voor uit een leuk boek en denk hardop na tijdens het lezen: even kijken of ik het nog snap. Of: hé, dit doet me denken aan ... Zonder dat je thuis een droog lesje ‘leesstrategieën’ doet, pikt je kind ongemerkt op hoe leesstrategieën werken. Gewoon terwijl je samen een fijn boek leest, wat ook nog eens het leesplezier van je kind vergroot.
Met deze oefenboeken wordt je kind een kei in leesstrategieën toepassen
Waarom is jouw kind geen goede lezer?
Als jouw kind moeite heeft met lezen, gaat er érgens in het leesproces iets niet goed. Het hapert (nog steeds) bij het technisch lezen, het begrijpend lezen lukt niet goed, of je kind heeft nog geen goede leesstrategieën ontwikkeld.Vraag bij de leerkracht waar het bij jouw kind precies aan schort en hoe je thuis kunt helpen, als je dat wilt. Het heeft niet zo veel zin om ‘losse’ leesstrategieën te oefenen, als het ontcijferen van de tekst nog veel moeite kost. Of als de woordenschat en algemene kennis niet groot genoeg zijn. Het enige wat je daarmee bereikt is dat je kind alle leesmotivatie verliest.
Leesplezier is cruciaal
Hierboven zijn allerlei tips gegeven om thuis op onderdelen te oefenen. Maar de allerbelangrijkste is en blijft: stimuleer je kind om veel te lezen. Want daarmee worden álle onderdelen geoefend. Uit onderzoek is bekend dat kinderen die goed kunnen lezen, meer plezier hebben in lezen en daardoor meer gaan lezen. En dat heeft dan weer een positieve effect op de leesvaardigheid. Zo ontstaat een positieve spiraal!Wat je thuis kunt doen:
Help je kind plezier in lezen te ontdekken
- Een leuke manier om je kind om je kind uit te dagen dagelijks te lezen is met een van onze zeven gratis leeschallenges, zoals een leesbingo, knipkaartbladwijzers of een leesschatkaart. Je vindt ze op de pagina met handige downloads.
- Krijg jij jouw kind maar moeilijk aan het lezen? In de blog Zo wordt ook jouw kind een echt leesmonster geven meester Sander en juf Sanne een heleboek handige tips om ervoor te zorgen dat het lezen meer in de smaak valt bij jouw kind. Met gratis poster.
- Oneindindig voorleesplezier. Met meer dan 700 voorleesfilmpjes heeft De Voorleeshoek voor ieder kind wel een passend voorleesfilmpje binnen zijn/haar favoriete thema.
- Leesplezier is aanstekelijk! De Waanzinnige Podcast is een podcast over boeken voor en door kinderen van 6 tot 12 jaar. In maximaal 10 minuten vertelt een kind aanstekelijk over een lievelingsboek. Ook wordt er een stukje voorgelezen. Na het luisteren zijn de jonge luisteraars zo meegesleept in het verhaal, dat één op de drie kinderen het boek wil gaan lezen.
- Laat zien hoe leuk lezen is door zelf het goede voorbeeld te geven. Lezen is beleven: op avontuur gaan in een boek, griezelen, meeleven, hardop lachen, helemaal verzonken zijn in een boek en de tijd vergeten. Gun het jezelf en gun het je kind. Uit onderzoek blijkt dat de kans dat jouw kind een boekenliefhebber wordt, vijf keer zo groot is als je als ouders het lezen bevordert!
Literatuur:
Bos-Aanen, J., Sanders, T., & Lentz, L. (2001). Tekst, begrip en waardering. Wat vertelt onderzoek ons over het effect van tekstkenmerken op begrip en waardering van informerende teksten bij kinderen en tieners? Stichting Lezen
Harvey, S. & Goudvis, A. (2000). Strategies That Work; Teaching Comprehension to Enhance Understanding.
Huysmans, F. (2013). Van woordjes naar wereldliteratuur: de leeswereld van kinderen
van 7 – 15 jaar. Den Haag: Stichting Lezen.
O’Reilly, T., Wang, Z., & Sabatini, J. (2019, online). How much knowledge is too little? When a lack of knowledge becomes a barrier to comprehension. Psychological Science.
Ros, B., Gelderen, A. Van, Clopper, K. De & Steensel, R. Van (2021) Leer ze lezen. Praktische inzichten uit onderzoek voor leraren basisonderwijs. Didactief.
Wilhelm, J. (2008). Hardop Leren lezen.
0 reacties
Reageer