Thuis een tweede taal leren

Wil je jouw kind een tweede taal leren? Dan is heel verstandig om daar vroeg mee te beginnen. Waarschijnlijk kun je dan wel wat hulp gebruiken. In dit blog lees je tips en kun je een vlog bekijken van meester Sander en juf Sanne waarin ze een vraag van ouders beantwoorden die hun kinderen graag een tweede taal zouden willen leren.

Het is uit vele onderzoeken gebleken dat jonge kinderen sneller een tweede taal kunnen leren dan volwassenen. Steeds vaker krijgen kinderen al in de kleuterklassen hun eerste Engelse lesjes. Maar de meeste scholen beginnnen er toch nog wat later mee, vaak pas in groep 7. Wil jij niet wachten tot je kind op school een tweede taal gaat leren, dan kun je overwegen om je kind thuis zelf een andere taal te leren.

 

Voordelen van het aanleren van een tweede taal

Kinderen die tweetalig worden opgevoed: 

• staan meer open voor anderen
• kunnen beter multi-tasken
• hebben een betere luistervaardigheid
• zijn minder snel afgeleid
• kunnen makkelijker schakelen tussen taken

(Bron: Multilingual Parenting)
 

Hoe begin je met je kind een vreemde taal leren?

Als je besloten hebt dat je jouw kind een tweede taal zou willen aanleren, dan zijn de volgende punten belangrijk om te onthouden. 

• Begin niet morgen maar vandaag
  Het is bewezen dat jonge kinderen beter een tweede taal kunnen leren dan volwassenen. Ze kunnen namelijk gemakkelijker spraakpatronen in taal herkennen. Jong beginnen is dus goed, maar het is nooit te laat. Ook oudere kinderen kunnen een tweede taal goed oppikken. Leg je kind ook zeker uit waarom je hem of haar een tweede taal wilt leren.  
• Doe het spelenderwijs
• Integreer het aanbieden van een tweede taal in dagelijkse routines bijvoorbeeld: de boodschappen, het ochtendritueel of tijdens het eten. Neem simpele spelletjes zoals Kleurentorentjes, Krokoloko, Yahtzee junior, Memory, Wie is het? of Monopoly junior en oefen op een eenvoudige en speelse manier het tellen, de kleuren en instructies. Verderop in dit blog geven we enkele tips.
• Wees consequent
  Je kunt er zeker van zijn dat een kind de geleerde woorden en zinnen weer kwijtraakt wanneer het niet consequent de taal aangeboden krijgt. Zorg er daarom voor dat je momenten creëert wanneer je taal aanbiedt.
• Concentreer je op het auditief aanbieden van de taal
  Zeker op jonge leeftijd is het horen van een tweede taal voldoende. Het lezen en schrijven van woorden komt later.
• Wees geduldig
  Het aanleren van een tweede taal zal enige tijd duren. Het aanbod is daarbij cruciaal. Geef niet op en heb geduld. Corrigeer je kind door de zin goed terug te zeggen. In eerste instantie zal een kind vooral passief woordbegrip tonen. Bij passief woordbegrip laat jouw kind zien dat hij of zij het begrepen heeft. Om over te gaan naar actief taalgebruik (dat jouw kind ook werkelijk de tweede taal gaat spreken) moet je geduld hebben. Het helpt als je jouw kind vragen stelt. Op deze manier lok je actief taalgebruik uit. Jouw kind mag zeker nog in de moedertaal antwoord geven. Herhaal de zin in de tweede taal.
   

 

Tips voor thuis

Dagelijkse routines

In de moedertaal geef je jouw kind dagelijks vele instructies: pak je schoenen, doe je jas aan, poets je tanden, open de deur, etc. Benoem deze instructies structureel in de tweede taal. Maak gebruik van veel gebaren en herhaal de zinnetjes eventueel kort in de moedertaal. Zorg er dan wel voor dat je daarna nogmaals de instructie benoemt in de tweede taal.

Herhaling is de sleutel en daarom zijn de routines uitermate geschikt om mee te beginnen. Breid het aanbod later uit door tijdens de boodschappen jouw kind items te laten pakken of tijdens een wandeling dingen te benoemen. Neem ook eens een kijkboek en wijs samen om de beurt een plaatje aan die je vervolgens in de tweede taal benoemt. 

 

Speel spelletjes

Neem de spellen die jouw kind al eerder heeft gespeeld en zeg vooraf dat je tijdens het spel de tweede taal gaat spreken. Kies in eerste instantie wel een simpel spel, bijvoorbeeld Kleurentorentjes.

Je kind benoemt de kleur die hij heeft gegooid en telt hoeveel kralen hij al op zijn torentje heeft staan. Bekijk ook steeds welke kleuren er nog op de standaard moeten, en benoem deze. Welke speler heeft de meeste kralen, en welke de minste? Benoem ook de instructies in de tweede taal: hier is de dobbelsteen, het is jouw beurt, pak maar een kraal, etc.

Bij het spel Dieren logica is het leuk om steeds de dieren te benoemen. Je kunt in eerste instantie alleen een kenmerkende eigenschap benoemen bijvoorbeeld: vliegen, zwemmen, lopen of het is een luchtdier, zeedier of landdier. Het is een vogel, een insect, een vis of een zoogdier. 



Met deze twee simpele spellen zijn er al veel mogelijkheden om een tweede taal aan te leren. Kleuren, tellen, dieren, het komt allemaal aan bod. Wanneer je kiest voor Wie is het? bespreek je menselijke kenmerken. Bij Monopoly speelt geld een rol.

Je kunt dit steeds verder uitbreiden en meer instructies aanbieden. Vermijd woorden niet, en herhaal veel. Speel ook eens een rollenspel zoals doktertje of winkeltje met je kind. Je zult merken dat er bijzonder veel taal aan te pas komt.