- Samen tellen, bijvoorbeeld hoeveel bomen of lantaarnpalen er staan op de route van huis naar school.
- Dek samen de tafel. Hoeveel borden zijn er nodig en hoeveel messen en vorken? Hoeveel aardappels liggen er op je bord? En als je er eentje opeet?
- Neem de lift en laat je kind op de knopjes drukken. Welk cijfer hoort er bij de ‘zesde verdieping’?
Tellen
Tellen is de basis van rekenen. Veel kleuters kunnen al een beetje tellen als ze in groep 1 komen. “Eén, twee, drie, veel!” Wat die magische telwoorden precies betekenen, snappen ze meestal nog niet echt. Door op school én thuis veel te oefenen, leert je kleuter gaandeweg écht tellen. Tellen begint met het aanleren en opzeggen van een vast rijtje (tel)woorden (in onderwijsjargon: de telrij), alsof het een opzegversje is. Naarmate kinderen zich verder ontwikkelen, beginnen ze het verband te leggen tussen telwoorden en een aantal dingen.Thuis oefenen met tellen
Handige hulpmiddelen
Met deze producten kun je thuis spelenderwijs met je kleuter het tellen oefenen.
Meer producten voor tellen