Schaatsen met school, wie is verantwoordelijk?
Jacqueline Wouda | 26 februari 2018Veel kinderen gaan in vorstperiodes met school schaatsen. Lekker het ijs op voor schaatswedstrijdjes, mini-Elfstedentochten en natuurlijk koek en zopie. Maar een ongeluk zit een klein hoekje, ook op het ijs. Wie is er eigenlijk verantwoordelijk als er iets misgaat tijdens het schaatsen of onderweg naar de ijsbaan?
School verantwoordelijk voor toezicht
Wanneer het schaatsen vanuit de school wordt georganiseerd en de leerlingen tijdens schooltijd naar het ijs gaan, wordt dit gezien als een 'schoolgebonden activiteit'. Scholen zijn verplicht tijdens schoolgebonden activiteiten te zorgen voor voldoende toezicht. Voldoende en kwalitatief goede begeleiding is dus van groot belang. Deze verantwoordelijkheid is echter vooral een morele verantwoordelijkheid.De uiteindelijke juridische verantwoordelijkheid ligt bij het schoolbestuur wanneer er iets misgaat. Wanneer er sprake is van nalatigheid door onvoldoende toezicht kan de school aansprakelijk worden gesteld voor onrechtmatig handelen. Hier is sprake van een tekortkoming van de school.
Verplichte verzekering
Scholen zijn op basis van de arbowet wettelijk verplicht zich tegen aansprakelijkheid te verzekeren. Deze verzekering regelt de aansprakelijkheid van leerkrachten, overig personeel, bestuur, ouders en vrijwilligers voor schade aan derden. Uitgangspunt is dat er voldoende toezicht is tijdens de schoolactiviteit.Veroorzaakt een kind schade, dan wordt dit in eerste instantie op de ouders verhaald. Sommige scholen sluiten een aparte aansprakelijkheidsverzekering voor schade veroorzaakt door kinderen. Dit is niet verplicht.
Rij-ouder verantwoordelijkheid tijdens vervoer
Help je als hulpouder mee met het vervoer naar het ijs, dan is het goed om te weten dat je zelf als bestuurder van de auto verantwoordelijk bent. Stel dat je tijdens de rit naar de ijsbaan een aanrijding krijgt en auto beschadigd raakt. Als bestuurder van de auto ben je dan zelf in principe aansprakelijk voor de schade. Ook het eventuele verlies van no-claimkorting is voor rekening van de chauffeur.Elke automobilist is volgens de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorvoertuigen (WA) verplicht zich te verzekeren tegen schade aan derden. Onder 'derden' vallen ook de inzittenden van de auto. Er zijn hiernaast ook verschillende aanvullende verzekeringen voor inzittenden, waarbij geld wordt uitgekeerd voor de inzittenden bij overlijden of (blijvende) invaliditeit.
Check je polis
Ga je als rij-ouder mee op schooluitstapjes, dan is verstandig om vooraf te controleren hoeveel personen daadwerkelijk verzekerd zijn als inzittenden. De verzekering kan namelijk eisen stellen aan het maximale aantal inzittenden. Dit staat in de polisvoorwaarden van je verzekering.
Wel of geen autozitjes mee?
Bij schooluitjes worden de kinderen vaak in de auto vervoerd zonder autostoeltjes. Bij sommige ouders roept dit vragen op. Autostoeltjes zijn toch verplicht voor kinderen die korter zijn dan 1,35 m? Dat is ook zo, maar de wet maakt een uitzondering voor incidenteel vervoer van kinderen.
Van ouders wordt verwacht dat ze voor hun kind een autostoeltje in de auto hebben. Rijden er andere kinderen met je mee, dan mogen zij op korte afstanden (minder dan 50 km) vanaf 3 jaar ook gewoon op de achterbank zitten. Het gebruik van de gordel is verplicht als die er is. Let op: je eigen kinderen móeten in een autostoeltje. Kinderen die langer zijn dan 1,35 mogen met gordel ook voorin zitten.
Scholen noemen het vaak ondoenlijk om voor alle kinderen kleiner dan 1,35 m zitverhogers of autostoeltjes te regelen. Het hangt een beetje van de cultuur op school af hoe met autostoeltjes wordt omgegaan. Zo zijn er ook basisscholen waar vóór schooluitjes intekenlijsten bij de klas worden opgehangen of via de klasse-app wordt geïnventariseerd hoeveel autostoeltjes er per auto nodig zijn. 's Ochtend worden dan alle stoeltjes of verhogers voorzien van naam bij school ingeleverd en 's middags weer meegenomen.
En natuurlijk kun je als ouder altijd zelf contact opnemen met de rij-ouder om af te spreken dat je je kind een stoeltje of verhoger meegeeft.
Meeste schaatsongelukken bij kinderen tussen 10 en 14
Schaatsen behoort tot de zogenaamde (hoog-)risicosporten. Jaarlijks worden tegen de 4.000 ongevallen op de afdelingen Spoed Eisende Hulp/EHBO van algemene ziekenhuizen aangeboden. Een nog veel groter aantal wordt lokaal door EHBO-ers of huisartsen afgehandeld. In totaal gaat het jaarlijks om rond de 65.000 blessures.
Verreweg de meeste schaatsongevallen (91 procent) worden veroorzaakt door vallen, snijden aan een schaats is goed voor 4 procent van de ongelukken. De rest komt op het conto van botsingen.
Valpartijen waarbij breuken en blessures optreden aan de hand, pols, arm of schouder vormen circa 57 procent van alle schaatsongelukken. Ook hersenschuddingen, snijwonden en onderkoeling komen vaak voor. Kinderen tussen 10 en 14 jaar vormen de leeftijdsgroep waarin zich de meeste schaatsongelukken voordoen.
Gebroken pols:
20 Procent van alle schaatsongelukken betreft een gebroken pols. Deze is te herkennen aan:- heftige pijn
- onvermogen om het lichaamsdeel te gebruiken
- zwelling, met later blauwe verkleuring
- abnormale stand of bewegelijkheid
- bij een open botbreuk uitstekende delen.
Snijwonden:
Laat kinderen op het ijs altijd (stevige) handschoenen dragen. Voor de kou is het vaak niet nodig (door de inspanning van het schaatsen zijn ze warm genoeg), maar het dragen van handschoenen beschermt de handen tegen snij-ongelukken aan schaatsen. Diepe snijwonden moeten altijd door een deskundige worden gecontroleerd op pees- en zenuwbeschadigingen.
Bron: Ehbo.nl
0 reacties
Reageer