Rekenen in de moestuin

Alleen het aanleggen van en werken in de moestuin is al leerzaam voor je kind. Maar wist je dat de moestuin ook vol natuurlijke rekenlessen zit? Dat is rekenen met groene vingers.

• Hoeveel zaadjes zitten er in het zakje?
• Hoeveel plantjes zijn er opgekomen?
• Hoeveel trostomaatjes hangen er aan de plant?
• Wat is zwaarder: een paprika of een sperzieboon?
• Welke vorm heeft een tomaat?
• Hoeveel is de plant deze week gegroeid? Zet een bamboestok in de grond en laat je kind de hoogte markeren met een watervaste stift. Groeit de plant elke week even hard?

• Hoeveel planten passen er op een rij als er 30 cm tussenruimte moet zijn?​ En hoeveel plantjes je heb dan nodig om vijf rijen te beplanten?
• Als we vijf keer sla uit eigen tuin willen eten en we weten dat 20 procent van de zaadjes niet ontkiemt, hoeveel sla moeten we dan zaaien?
• Je moet vloeibare mest aanlengen met water in een verhouding van 1:5. Hoeveel water heb je nodig als je 20 ml vloeibare mest wilt aanlengen?
• Je gaat een tuin aanleggen van 1 m2, verdeeld in 9 vakken van dezelfde grootte. Hoe groot zijn de vakken?
• Hoeveel zaadjes zitten er naar schatting in een tomaat? Snijd de tomaal door en tel de zaadjes:  klopte je schatting? Hoeveel tomaten denk je dat je met het zaad van één tomaat kunt kweken? Zitten er in elke tomaat evenveel zaadjes? Wat is het gemiddelde aantal zaadjes in een tomaat? Hoeveel tomaten heb je nodig om voldoende tomaten te kunnen kweken om de hele zomer elke week tomatensoep te kunnen eten? En past dat wel in je moestuin?