Rekenen in de keuken – groep 5 en 6
Jacqueline Wouda | 25 april 2022Ssst, niet tegen je kind zeggen, maar de keuken is één groot rekenlaboratorium. Al klutsend en roerend, proevend en bakkend rekent je kind heel wat af. Want rekenen is veel meer dan sommetjes maken in een werkboek. En dat is goed nieuws, want vanaf groep 5 begint het ‘school is saai’-virus de kop op te steken. Hoe meer je kinderen helpt rekenen in verband te brengen met dingen die ze leuk vinden, hoe leuker ze rekenen gaan vinden.
De keuken is hiervoor de ideale plek. Koken en bakken zitten vol met rekenvaardigheden. Van breuken tot omrekenen, rekenen met tijd en geld, een recept verdubbelen, en nog veel meer. Rekenen is ineens super relevant en gaat ook nog eens gepaard met een fijne portie plannen, problemen oplossen en kritisch denken.In deze blog deelden we al een heleboel rekenactiviteiten voor groep 3 en 4. Die zijn ook voor kinderen in groep 5 en 6 nog heel zinvol, zeker als je kind niet zo goed is in rekenen. In deze blog doen we er nog een schepje bovenop met inspirerende rekenactiviteiten voor in de keuken voor groep 5 en 6.
Vermenigvuldigen en delen
Gesprekjes voeren in de keuken zijn het geheime ingrediënt voor een stiekem rekenlesje. Bespreek samen hoeveel mensen van het gerecht of baksel moeten eten. Vraag je kind: moeten we het recept verdubbelen of halveren? Wat betekent dat voor de benodigdheden? Hebben we dan een grotere of een kleinere kom nodig? Dit soort eenvoudige gesprekjes laten je kind nadenken over gelijkwaardige breuken en verhoudingen en zijn een soort real life verhaaltjessom.
Meer of minder maken: als je een recept moet verdubbelen (of er 3 keer zoveel, anderhalf keer zo veel of tien keer zo veel van moet maken), kun je je kind vragen om je te helpen uitrekenen hoeveel je nu precies nodig hebt van elk ingrediënt. Hetzelfde kun je natuurlijk doen als je een recept wil halveren.
Hierbij kom je interessante kwesties tegen: wat doe je als je anderhalve eierdooier nodig hebt? Kun je een snufje zout door twee delen? En heb je wel een kom of pan die groot genoeg is voor het deeg van alle koekjes voor de schoolbraderie?
Let op: als je een recept verdubbelt of halveert (of op een andere manier de hoeveelheden aanpast), moet je vaak ook de bak- of kooktijd aanpassen. Je kind zal waarschijnlijk denken dat je die ook moet verdubbelen of halveren. Dat lijkt namelijk logisch, maar toch werkt het niet zo. Waarom eigenlijk niet?
Breuken en verhoudingen
Op school is je kind nu volop bezig met breuken te leren. In de keuken komt dat natuurlijk aan bod bij het snijden van ingrediënten. Maar onderzoek ook eens samen wat een 1/2, 1/3 en 1/4 eigenlijk beteken in de context van koken en bakken.Kijk bijvoorbeeld eens naar de maatstreepjes op het papiertje dat om de boter zit. Die geven aan waar je moet snijden om 50 gram boter af te snijden. Als je een blok boter in 5 stukken snijdt, welke breuk heb je dan? En als 1/5 blok boter 50 gram weegt, hoeveel woog dan het hele blok? Klopt je berekening met wat er op de verpakking staat?
Limonade maken, rijst koken en peulvruchten laten weken zijn eenvoudige keukenactiviteiten waarmee kinderen in de praktijk kunnen oefenen met verhoudingen. Ranja maak je bijvoorbeeld met een verhouding 1:6, bij rijst koken is de verhouding tussen water en rijst 2:1 en om 1 deel peulvruchten te laten weken heb je 3 delen water nodig. Door proportionele porties van verschillende ingrediënten te nemen en ze te mengen, maakt je kind kennis met het concept van verhoudingen, proporties en gemengde getallen.
Meten en wegen
Als je kind gewend is om te helpen bij het koken en bakken, zijn de maatbeker en weegschaal inmiddels bekende attributen. Laat je kind zo veel mogelijk zelf de benodigde hoeveelheden afmeten.In de meeste gevallen zal dat nu wel goed gaan, maar check wel even. Je kind zal niet de eerste zijn die 100 gram zout toevoegt in plaats van 10 gram. Als je dit merkt, kun je overwegen om niks te zeggen. Vanuit oogpunt van voedselverspilling is het niet wenselijk, maar voor je kind is het wel super leerzaam om met een bakresultaat te zitten dat echt niet te eten is…
Leren in de keuken
Klokkijken
De meeste kinderen in groep 5 en 6 kunnen inmiddels goed klokkijken, maar dat wil nog niet zeggen dat ze het hele begrip ‘tijd’ nu onder de knie hebben. Het is belangrijk dat kinderen leren inschatten hoe snel de tijd gaat en hoeveel tijd ze kwijt zijn aan bepaalde activiteiten. Kun je nog koekjes bakken als je over een uur naar voetbaltraining moet? Ook als je na het bakken nog moet afwassen?Koken en bakken zijn een hele goede manier om ervaring op te doen met timemanagement en planning. Je weet wel, die vaardigheden die kinderen in de bovenbouw en op de middelbare school zo hard nodig hebben en die zelfs voor volwassenen nog een hele kluif kunnen zijn. Denk niet dat je kind dat al kan als weet als z/hij kan klokkijken, want die twee dingen niet synchroon in de ontwikkeling.
Praat met je kind over het plannen van de bakwerkzaamheden. Stel, het duurt 70 minuten om een taart te bakken. Voordat je hem kunt eten, moet de taart 2 uur afkoelen. Om 15:00 uur komt het bezoek. Hoe laat moet de taart dan de oven in? En wanneer moet je dan beginnen met de voorbereidingen?
Tip: leer je kind om voor de voorbereidingstijd niet te vertrouwen op wat er in het recept staat. Veel kinderen zijn op deze leeftijd wel 2 tot 4 keer zo lang bezig met ingrediënten afwegen en mengen als het recept aangeeft.
Vergeet ook niet om na afloop even te bespreken hoe het ging. Wat duurde langer en wat duurde korter? Die evaluatie is niet alleen leerzaam om beter te leren plannen, maar komt ook gelijk van pas als je kind hetzelfde recept nog een keer wil maken.
0 reacties
Reageer