Proefjes met sneeuw en ijs
Jacqueline Wouda | 8 februari 2021Winterkou, sneeuw en ijs - de ideale omstandigheden om deze vijf simpele winterse proefjes te doen met je kind. Want het is nooit te koud om iets nieuws te ontdekken.
1. Experiment met een ballon
Dit eenvoudige experiment met een ballon is een leuke manier om kinderen te leren hoe elementen reageren op temperatuurverschillen. Hoe kouder het buiten is, hoe beter.Blaas binnen een ballon op en leg er een knoop in. Ga dan met de ballon naar buiten en zie hoe de ballon krimpt. Loop weer naar binnen en bekijk hoe de ballon weer uitzet. Het is leuk om dit experiment bij verschillende buitentemperaturen te doen. Hoe kouder het is, hoe meer de ballon krimpt.
2. Hoe koud is sneeuw?
Laat je kind met een thermometer meten hoe koud de sneeuw is. Hierdoor leert je kind om de temperatuur af te lezen. Meet eerst buiten. Doe dan wat sneeuw in een bakje en meet na een kwartier nog eens. En na een half uur. Zie je hoe de tempartuur verandert? Valt het je kind ook op dat het bakje met smeltwater veel minder vol is dan toen het nog sneeuw was?3. Hoe zwaar is sneeuw?
Maak samen een aantal sneeuwballen van verschillende afmetingen. Maak ook een paar sneeuwballen die even groot zijn, maar niet even compact. Bedek de weegschaal met plasticfolie en laat je kind de sneeuwballen een voor een wegen. Hoe zwaar zijn ze?Kinderen leren hierdoor niet alleen hoe ze iets moeten wegen, maar ook hoe je gewicht vergelijkt. Ook ontdekken ze dat sneeuwballen van dezelfde grootte niet per se evenveel wegen, afhankelijk van hoe stevig de sneeuw is aangedrukt.
Laat je kind ook eens een proberen om een sneeuwbal van een bepaald gewicht te maken. Lukt het om een sneeuwbal te maken van precies 1 kilo?
4. IJs aan een draadje
Voor dit experiment heb je nodig: ijsblokje, ongeveer 30 cm draad, zout.Laat je kind eerst proberen om een ijsklontje op te tillen met alleen een stukje draad. Dat lukt natuurlijk niet. Strooi nu wat zout over het ijsblokje en leg het midden van het touwtje op het. Druppel er een beetje water overheen. Wacht 1 minuut. Probeer het dan nog eens: het ijsklontje zweeft tussen je handen!
Hoe kan dit? Als het ijs net uit de vriezer komt (of buiten uit de stijfbevroren tuinvijver) is het nog erg koud. Door er zout op te strooien ontdooit het een beetje. Het touwtje zakt door de ontdooide bovenlaag. Doordat het ijsblokje nog zo koud is, vriezen ook het ontdooide laagje en het water weer op. Het touwtje zit nu vastgevroren aan het ijsblokje.
5. Leg een banaan in de vrieskou
Een supersimpel experimentje, maar voor jonge kinderen heel fascinerend. Gaat het ’s nachts (heel) hard vriezen? Leg dan eens ’s avonds een banaan buiten neer. Vraag je kind wat er met de banaan zal gebeuren: wordt hij zachter, harder, groter of kleiner?Ga de volgende ochtend samen kijken wat er met de banaan is gebeurd. En laat je kind dan versteld staan dat de banaan zó hard is geworden dat je hem zelfs als een hamer kunt gebruiken om een spijker mee in hout te slaan! Dit komt doordat alle vocht in de banaan stijf bevroren is.
Proefjes voor thuis
0 reacties
Reageer