Koken en bakken: ideale leerschool voor meten en wegen

Koken en bakken bieden een geweldige kans om thuis op een leuke manier met rekenen bezig te zijn. Ingrediënten afwegen, hoeveelheden schatten, een weegschaal en maatbeker gebruiken, inschatten of de beslagkom groot genoeg is: allemaal dingen die je kind leert in de keuken.

Kinderen leren het meest door actief bezig te zijn in zinvolle situaties. Als je een taart wilt bakken (en opeten!) is het belangrijk dat je de ingrediënten goed afweegt, anders mislukt de taart. Daardoor leren ze snel.
 
Kinderen die op school rekensommen moeten maken met kilo’s, onzen en grammen, hebben er veel baat bij als ze uit de praktijk al weten wat voor hoeveelheden daarbij horen.
 
Als je weet dat een pak bloem 500 gram weegt en dat er 1 liter melk in een pak zit, zijn dit soort hoeveelheden geen abstracte zaken meer, maar ziet je kind het voor zich. Wie regelmatig een maatbeker in handen heeft, weet uit ervaring dat er 10 x 100 ml in een liter gaat.
 
Ook met een kleuter kun je het koken en bakken al gebruiken om je zoon of dochter de eerste kennis van meten en wegen mee te geven. Woorden als groter en kleiner, meer en minder, zijn belangrijke rekenconcepten. Door daar tijdens het koken over te praten, help je je kind om dat soort dingen te begrijpen.
 
Laat je kind ingrediënten vasthouden en vraag wat zwaarder is: het bakje met suiker of zak appels? Kun je dat voelen? Wat zegt de weegschaal? En hoe zwaar ben jij zelf eigenlijk?