Extra geld voor hoogbegaafde leerlingen
Jacqueline Wouda | 27 december 2018Om hun onderwijs aan hoogbegaafde kinderen te verbeteren, kunnen samenwerkingsverbanden van scholen sinds 1 januari een beroep doen op een nieuwe subsidiepot. Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs) vult die jaarlijks met 15 miljoen euro.
Het geld is bedoeld voor kennisopbouw rond hoogbegaafdheid, het realiseren van (meer) passend onderwijs voor de doelgroep en versterking van de samenwerking tussen scholen.De subsidie kan volgens de minister bijvoorbeeld worden gebruikt voor het aanstellen van experts op het gebied van hoogbegaafdheid, of het organiseren van een tussenjaar voor slimme leerlingen voor wie de basisschool niet meer voldoende uitdaging biedt maar die nog niet toe zijn aan het voortgezet onderwijs.
Hoog IQ en grote creativiteit
Hoogbegaafde leerlingen onderscheiden zich in het algemeen door een bovengemiddelde intelligentie (een IQ boven de 130), grote creativiteit en een sterke motivatie. Maar juist de invloed van de omgeving, waaronder school, bepaalt volgens deskundigen of een kind die kwaliteiten ook kan verzilveren.Bezoek onze speciale informatiepagina over hoogbegaafdheid voor uitgebreide informatie over hoogbegaafdheid herkennen en het begeleiden van je kind.
Geen bijdrage van ouders
Het onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen kan hogere kosten met zich meebrengen. Het is niet de bedoeling dat ouders hiervoor de rekening gepresenteerd krijgen en een financiële bijdrage moeten leveren. Scholen zijn verantwoordelijk voor een passend aanbod voor alle leerlingen.De samenwerkingsverbanden die hiervoor in elke regio zijn opgericht zien erop toe dat iedere leerling een passend aanbod krijgt. De bekostiging van passend aanbod (dus ook van extra aanbod als hoogbegaafdheid daarvoor de aanleiding is) valt onder de verantwoording van het samenwerkingsverband.
Ook hoogbegaafd kind heeft begeleiding nodig
Anouke Bakx is lector Leren & Innoveren bij Fontys Hogeschool Kind en Educatie en bijzonder hoogleraar Begaafdheid aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Zij vindt het positief dat het kabinet nu extra geld vrijmaakt voor de doelgroep. “Klassen worden diverser en groter. Dat maakt het lastiger om ieder kind op maat te bedienen.”Bovendien is er volgens haar nog steeds sprake van een veelgemaakte denkfout. “Leerkrachten redeneren vaak: zo’n kind met een ontwikkelingsvoorsprong komt er toch wel.” Maar dat klopt niet: ook een hoogbegaafde leerling heeft begeleiding nodig om zich goed te kunnen ontwikkelen.
0 reacties
Reageer