7 balspelletjes voor binnen (ja hoor, die vaas blijft heel)

“Niet spelen met een bal in de kamer!” Hoor je het jezelf ook geregeld roepen? Tja, natuurlijk willen we niet dat er een lamp sneuvelt, of dat de kat een harde voetbal tegen zijn kop krijgt. Maar voor kinderen zijn ballen nou eenmaal onweerstaanbaar. Ook binnen. Daarom in deze blog: 7 balspelletjes die woonkamerproof zijn.

Kinderen begrijpen best dat ze binnen voorzichtig moeten spelen met een bal. En dat proberen ze ook heus. Maar als ze eenmaal lekker bezig zijn, wordt hun spel ongemerkt onbesuisder. En ja, dan loop die vaas met bloemen gevaar. De truc om je spullen heel te houden, is dat je zelf actief bij het spel betrokken bent en wat structuur aanbrengt. Dat maakt de spelletjes hieronder zo geschikt.
 

Welke bal is geschikt om in huis mee te spelen?

Een goed bal voor binnen moet veelzijdig genoeg zijn om op verschillende manieren gebruikt te worden. Kies voor een zachte bal die goed stuitert en goede grip heeft. Deze kleuterbal, die op scholen wordt gebruikt voor de gym en spellessen in de onderbouw, is bijvoorbeeld ideaal. Laat je niet misleiden door de naam, want de bal is geschikt voor alle leeftijden.
 
1. Trefbal met Post-its
Gebruik een deur of een muur waar weinig kwetsbare dingen in de buurt zijn, bijvoorbeeld de wc-deur in de gang.
Plak verspreid over de muur een aantal post-its op waarop je bijvoorbeeld letters, cijfers, tafelsommen of namen van landen schrijft of vormen tekent (jaja, dit is stiekem nog een educatief spelletje ook).
Plak met schilderstape een lijn op de grond en laat je kinderen van achter die lijn op de briefjes mikken. Roep een letter, de uitkomst van een som, een hoofdstad, een vorm, enzovoort om aan te geven welk briefje je kind moet raken.
Speel je dit spel met meerdere kinderen? Gebruik dan voor ieder kind een andere kleur post-its (met onderwerpen op hun eigen niveau) en laat ze om de beurt gooien.
 
2. Jonassen met een bal
Voor dit spelletje heb je minstens vier kinderen nodig, maar een volwassene met lange armen kan de plek van twee kinderen innemen. Je hebt een laken, hammandoek of grote strandhanddoek nodig. Leg het laken op de grond met de bal erop. Pak allemaal een hoek van het laken vast en til het laken samen op.
Laat de bal nu over het laken heen en weer rollen. Begin voorzichtig en probeer de bal dan steeds harder te laten rollen. Maar let op: de bal mag niet vallen!
Als dit lukt – en als de inrichting van je huiskamer het toelaat – kun je ook proberen om de bal samen op te gooien met het laken en ook weer op te vangen. Begin weer voorzichtig en gooi de bal steeds hoger op.
Bij dit spelletje is het de kunst om de bal weliswaar zo spectaculair mogelijk te laten rollen of stuiteren, maar toch met voldoende zelfbeheersing zodat er geen vazen sneuvelen. Door dit spel leren kinderen steeds beter de grenzen kennen en bewaken.
 
3. Basketballen, maar dan anders
Zet een grote doos of een wasmand op de vloer. Plak met schilderstape een lijn op de grond. Ga achter de lijn staan en probeer de bal in de doos/mand te gooien.
Experimenteer wat de ideale afstand is tussen de lijn. Het mag niet te makkelijk zijn om raak te gooien, maar ook weer niet te moeilijk. Plak eventueel voor elke speler een eigen lijn.
Ideale afstand gevonden? Pak dan de stopwatch erbij. Doe een wedstrijdje wie in 1 minuut zo veel mogelijk ballen in de mand/doos kan gooien. Door de tijdsdruk en het competitie-element krijgt het spelletje ineens een heel ander karakter. Het is best leerzaam om zo spelenderwijs te ervaren welke invloed stress heeft op je prestaties.
 
4. Balanceerbal
Houd een lege keukenrol rechtop in je hand. Leg de bal erop. Probeer nu te lopen zonder dat de bal valt. Wie komt het verst?
Maak het wat moeilijker door een parcoursje uit te zetten (bijvoorbeeld: tot de salontafel en terug) en een wedstrijdje te doen wie het parcours het snelste aflegt.
Voor jonge kinderen kan dit spelletje nog wat te moeilijk zijn. Met een plastic beker in plaats van een keukenrol is het makkelijker.
 
5. Voetballen, maar dan anders
Balbeheersing, daar draait het om bij deze activiteit. Maar anders dan op het voetbalveld. Om te beginnen speel je met blote voeten. Bij dit spelletje gaat je kind op de rug op de grond liggen. De benen steken omhoog in de lucht.
Leg de bal op de voeten. Lukt het je kind om de bal op de voeten te laten balanceren? Dat is nog moeilijker dan je zou denken!
Als het goed gaat, kunt je het iets lastiger maken door kleine opdrachtjes te geven: gooi de bal met je voeten een paar centimeter omhoog en vang weer op; geef de bal met je voeten door aan je vriendje of brusje dat naast je ligt, enzovoort.
 
6. Kubb-bowlen
Bowlen op een echte bowlingbaan is natuurlijk geweldig om te doen. Maar op een regenachtige dag in je woonkamer een middagje bowlen is ook supergezellig. Wist je dat de blokken van Kubb ideale indoor bowlingpins zijn? Ze staan mooi stevig, maar zijn met een foambal toch goed om te gooien. Heb je een lichtere bal, dan kun je er ook voor kiezen om de werpstaven van Kubb te gebruiken.
Stel de Kubb-blokken op in een driehoek, met de punt naar voren (1 – 2 – 3 – 4). Plak met schilderstape de ‘goot’ van de bowlingbaan op de grond. De bal moet binnen deze lijnen blijven (al kun je deze spelregel natuurlijk precies zo streng of mild hanteren als past  bij de skills en leeftijd van de bowlers). Als jullie huis een lange gang heeft, is die natuurlijk ook een perfecte bowlingbaan.
Klaar? Bowlen maar! Wie gooit er een spare? Of misschien zelfs wel strike? En levert het omgooien van de Kubb-koning misschien bonuspunten op?
 
7. Stuitervierkant
Plak met schilderstape een vierkant (circa 40 x 40 cm) of rechthoek (30 x 60 cm) op de grond. Probeer de bal zo vaak mogelijk in het kader te laten stuiteren. Simpeler dan dit wordt het niet, maar je zult versteld staan hoe leuk kinderen dit spelletje vinden.
Tip voor als je benedenburen hebt: je kunt dit spelletje ook spelen met een pingpongballetje. Maak het vierkant dan wel kleiner.