1,5 meter, hoe lang is dat eigenlijk? Tips om het zelf te ontdekken

Afstand houden! We kunnen er niet meer onderuit: anderhalve meter afstand houden is het ‘nieuwe normaal’. Maar anderhalve meter, hoe lang is dat nu eigenlijk? Laat het je kind zelf ontdekken met onze gratis uitvouwkaarten en de andere tips in deze blog.

Beetje bij beetje gaat de maatschappij na de 'intelligente lockdown' weer open. Maar met restricties. De belangrijkste: anderhalve meter afstand houden. Kinderen onderling mogen dichter bij elkaar komen. Maar de juf, de vader van je vriendje, je tante die op bezoek komt en de mensen die je buiten tegenkomt, daar mag je niet te dicht bij in de buurt komen.

En dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Want anderhalve meter... hoe lang is dat nou eigenlijk? Veel volwassenen hebben er al moeite mee om die afstand goed in te schatten, maar voor kinderen is nog lastiger. '1,5' en 'meter' zijn voor veel kinderen nog een abstract begrip en het geheugensteuntje 'twee armlengtes' levert met korte kinderarmpjes niet de benodigde afstand op.

 

Drie uitvouwkaarten: slang, giraffe en olifant

De beste manier om je kind te leren wat anderhalve meter is, is door het je kind zelf te laten ontdekken. Speciaal daarvoor hebben wij drie vrolijke en aansprekende uitvouwkaarten gemaakt, die je kind zelf in elkaar kan zetten. Geholpen door de lengte van een slang, een giraffenek en een olifantenslurf bouwt je kind al knutselend en uitvouwend aan een goed anderhalvemeter-beeld.

Klik op links of de afbeeldingen hieronder om de uitvouwkaarten te downloaden:


Uitvouwkaart slang


Uitvouwkaart giraffe


Uitvouwkaart olifant

Stap-voor-stap werkwijze:

1. Download een uitvouwkaart naar keuze en print deze.
2. Gebruik de zwarte lijntjes om de kaartdelen uit te knippen.
3. plak de kaartdelen met de plakstrips aan elkaar (let op de juiste volgorde) tot je een (uitgevouwen) kaart van 1,5 meter hebt.
4. Vouw elk kaartdeel dubbel over de aangegeven lijn en over de lijn bij de plakstrip; om een goed harmonica-effect te krijgen vouw je om en om naar binnen en naar buiten.

 

Experimenteren met 1,5 meter

Hoe meer je kind bezig is met het begrip 'anderhalve meter', hoe beter de afstand in zijn/haar hoofd gaat zitten, tot het afstandsbegrip na een tijdje 'geautomatiseerd' is: je hoeft 't niet meer na te meten of uit te beelden, het zit gewoon in je hoofd. Net zoals een kind dat de tafel van 7 goed kent de uitkomst van de som 7 x 7 heeft geautomatiseerd en zonder nadenken kan roepen.

Laat je kind dus eens lekker experimenten met die anderhalve meter. Hoe lang is 1,5 meter uitgedrukt in:

• boeken?
• schoenen?
• knuffels?
• bananen?
• Lego-blokjes?
• ballen?
• kinderen?
• enzovoort!

Daag je kind uit om op zo veel mogelijk manier anderhalve meter uit te beelden. Doe zelf ook mee en maak er een gezellige gezinsactviteit van.

 

Tip!

In de discussie over '1,5 meter' en 'twee armlengtes' is het leuk om met je kind te kijken naar de spanwijdte van de armen en die te vergelijken met de lichaamslengte. Meet beide lengtes op bij verschillende gezinsleden. Laat zien dat de spanwijdte van de armen ongeveer hetzelfde is als de lichaamslengte.
Bij oudere kinderen kun je nu (schattend) gaan rekenen. Hoe lang denk je dat iemand moet zijn om met twee armlengtes op 1,5 meter te komen? Veel kinderen komen met het antwoord 150 cm. Denk dan eens terug aan die spanwijdte. Die beslaat niet alleen uit twee armen, maar ook uit de romp ertussen. Tijd om opnieuw te schatten, of om bij elkaar na te meten hoe breed zo'n romp eigenlijk is.