12 breinbrekers voor kinderen

Jacqueline Wouda | 23 april 2018

Breinbrekers zijn pittige raadsels waar je niet zo 1-2-3 het antwoord op kunt verzinnen. Maar daar gaat het ook niet om. De lol zit ‘m in het brainstormen en onthullen van het antwoord. Kinderen vanaf een jaar of tien zijn gek op breinbrekers en hersenkrakers.

Breinbrekers doen een beroep op lateraal denken of logisch redeneren. Lateraal denken is een manier van problemen oplossen door op een heel andere manier te denken dan je normaal gewend bent.

Breinbrekers waarvoor je lateraal moet denken, beschrijven vaak een op het eerste gezicht onmogelijke situatie. Door hierover na denken, leert je kind creatief denken, buiten de geijkte patronen. Een andere groep hersenkrakers vereist logisch nadenken en is meer een wiskundige puzzel.

Van beide soorten vind je hieronder voorbeelden, in verschillende moeilijkheidsgraden. Ze zijn een ideaal tussendoortje voor als je kind even met zijn ziel onder de arm loopt, of om wat afleiding te geven tijdens een lange autorit of een inspannende wandeling naar een hoge bergtop.

1. Bal gooien

Hoe kun je een bal zo gooien dat hij vanzelf bij je terugkomt? De bal zit nergens aan vast, stuitert nergens tegenaan en er is niemand anders in de buurt.

Antwoord: Je gooit de bal omhoog.

2. Samen in de boot

Drie missionarissen en drie kannibalen moeten een rivier oversteken. Er is een boot, maar daar passen niet meer dan twee personen in. Voor de veiligheid van de missionarissen mogen er nooit meer kannibalen dan missionarissen samen op één plek zijn. Hoe bereiken alle leden van het groepje de overkant?
Tip: gebruik pionnetjes of legoblokjes in twee kleuren om het antwoord uit te goochelen.

Antwoord: Bij de eerste overtocht gaan een kannibaal en een missionaris naar de overkant. De missionaris komt terug. Vervolgens gaan de twee kannibalen naar de overkant. Eentje komt weer terug. Daarna steken twee missionarissen de rivier over. Eén missionaris en een kannibaal varen terug. Weer gaan twee missionarissen naar de overkant, maar nu vaart een kannibaal terug. Deze neemt een tweede kannibaal mee naar de overkant en vaart weer terug om de laatste kannibaal op te halen. Er zijn nog drie andere oplossingen mogelijk, maar sneller dan in elf keer varen is niet mogelijk.

3. Failliet

Een man duwt zijn auto naar een hotel. Als hij daar aankomt, beseft hij dat hij failliet is. Waarom?

Antwoord: De man speelt Monopoly.

4. Dodelijk pakje

Een man heeft een pakje bij zich. Hij weet zeker dat hij over één minuut dood zal zijn en daar kan hij niets meer aan veranderen. Hoe zit dit?

Antwoord: De man is parachutist en is net uit het vliegtuig gesprongen. In het pakje zit zijn parachute, maar die krijg hij niet open. Hij weet dus zeker dat hij te pletter zal vallen.

5. Drankje

Een man gaat een gebouw binnen. Binnen vraag hij om iets te drinken. Onmiddellijk wordt er een pistool op hem gericht. De man zegt ‘bedankt’ en gaat weer weg. Wat was er aan de hand?

Antwoord: De man heeft de hik en is een bar binnengelopen om een glaasje water te vragen tegen de hik. De barkeeper bedenkt dat hij de man beter kan later schrikken om de hik te laten verdwijnen, pakt zijn pistool en richt dat op de man. De klant schrikt natuurlijk enorm, maar is daardoor wel de hik kwijt!

Leuke Breinbrekers

Het IQ spel

Bekijk

Unlock! 6 Tijdloze avonturen

Bekijk

Pocket escape room | De tijd vliegt

Bekijk

6. Dood in de slaapkamer

Toos en Henk liggen in de slaapkamer. Ze zijn allebei dood. Het raam staat open en op de vloer ligt gebroken glas en water. Wat is er gebeurd?

Antwoord:Toos en Henk zijn twee goudvissen. Hun kom stond op tafel, maar door het open raam is een kat naar binnen gekomen. Die heeft de kom kapot gegooid. De kat is geschrokken naar buiten gevlucht. Toos en Henk liggen dood op de grond.

7. Zesbenig monster?

Wat heeft 6 benen, 2 hoofden, 4 oren, 2 handen, maar loopt op 4 voeten?

Antwoord: Een paard met een ruiter erop.

8. Kattenkwaad

Twee katten komen elkaar tegen in de tuin. Eén is een kater, de andere een poes. Eén is zwart, de ander grijs gestreept. "Ik ben een kater", zegt de zwarte kat. "Ik ben een poes", zegt de gestreepte kat. Ze moeten allebei lachen, omdat ten minste een van hen liegt. Welk kat is zwart en welke is grijsgestreept?

Antwoord: Als je twee beweringen hebt, zijn er vier combinaties mogelijk van 'waar' of 'niet waar': waar + waar; waar + niet waar; niet waar + waar; niet + niet waar. Omdat we al weten dat ten minste een kat liegt, valt waar + waar af. De combinaties waar + niet waar en niet waar + waar kunnen het ook niet zijn; als de ene bewering niet waar is, kan de andere immers onmogelijk wel waar zijn (anders zouden beide katten dezelfde kleur hebben). Dat betekent dat er nog maar één mogelijkheid is: ze liegen allebei. De kater is dus grijs gestreept en de poes is zwart.

9. Hond aan een touw

Hondje Snuf zit met een touw aan een boom vast. Het touw is drie meter lang. Snuf wil naar zijn bakje voer, dat vijf meter verderop staat. Dus loopt Snuf ernaartoe en begint te eten. Hoe is hem dat gelukt? Er zijn geen trucs: het touw blijft heel en vastgeknoopt en de boom is niet verbogen of omgehakt, et cetera.

Antwoord: Aangezien Snuf aan de boom vastgeknoopt zit, kan hij alles binnen een straal van drie meter van de boom bereiken. Zijn voerbakje staat twee meter van de boom, tegenover de plek vanwaar Snuf begon.

10. Gevallen vrouw

Een vrouw staat op een balkon op de twintigste etage en dreigt naar beneden te springen. Een brandweerman rent zo snel als hij kan naar de brandweerauto om een vangnet te halen, zodat ze haar kunnen opvangen. Nog voordat de brandweerman terug is met het vangnet, valt de vrouw echter. Toch overleeft zij de val. Sterker nog, ze houdt er geen schrammetje aan over. Hoe kan dat?

Antwoord: De vrouw viel achteruit terug de kamer in.

11. Met de lift

Een man woont op de 21e verdieping van een hoge flat. Hij gaat elke dag naar buiten. Als het regent, neemt hij de lift naar beneden en gaat hij 's avonds met de lift weer naar boven. Op droge dagen gaat hij ook met de lift naar beneden, maar terug gaat hij maar tot de zevende verdieping met de lift. Daarna gaat hij met de trap verder. Waarom doet hij dat?

Antwoord: De man is erg klein en kan niet bij het liftknopje van de 21e verdieping. Als het regent, heeft hij een paraplu bij zich. Hij gebruikt die paraplu om het knopje in te duwen. Op droge dagen heeft hij natuurlijk geen paraplu bij zich. Dan drukt hij op het hoogste knopje waar hij bij kan, dat van de zevende verdieping.

12. Verdwaald in het bos

Je bent verdwaald in het bos. Gelukkig vind je een oude hut, waarin je kunt overnachten. De hut heeft geen verwarming of verlichting, maar er is wel een kaars, een olielamp, een houtkachel en een luciferdoosje. Je maakt het doosje open en er blijkt maar één lucifer in te zitten. Wat steek je als eerste aan?

Antwoord: De lucifer natuurlijk!